Zwangerschapsdiabetes

Zwangerschapsdiabetes komt bij ongeveer 3-5% van de aanstaande moeders voor en ontstaat vaak tussen de 24e en 28e week van de zwangerschap. Hoe kom je erachter dat je zwangerschapsdiabetes hebt en wat zijn de gevolgen?

Tijdens de zwangerschap gebeurt er veel in je lichaam. Er groeit niet alleen een kindje in je buik, ook je hormoonhuishouding wordt volledig op zijn kop gezet. Door deze hormonale veranderingen word je bijvoorbeeld misselijk, plas je meer glucose uit en worden je lichaamscellen minder gevoelig voor insuline. Je lichaam heeft meer insuline nodig om de koolhydraten die je gegeten hebt te kunnen verwerken. Als je zwangerschapsdiabetes hebt, heeft het lichaam moeite met het aanmaken van voldoende insuline.

Als je eerder zwangerschapssuiker gehad of als diabetes voorkomt in je familie of als je overgewicht hebt, dan heb je meer risico om zwangerschapsdiabetes te krijgen. Ook als je van Hindoestaanse of mediterrane afkomst bent, is het risico groter.

Hoe herken je zwangerschapsdiabetes?

Als je veel dorst hebt, je moet ook veel plassen en je bent vermoeid kan dat een teken zijn dat je zwangerschapsdiabetes hebt. Ook groeit de baby in je buik harder dan normaal. Je merkt er verder niets van dat je bloedsuiker wat te hoog is. De verloskundige of de huisarts kan met een eenvoudig prikje in je vinger controleren of je zwangerschapsdiabetes hebt.

De baby krijgt alle voedingsstoffen via de placenta. Als je zwangerschapsdiabetes hebt, zit er in jouw bloed meer suiker en dat komt via de placenta ook bij je kindje terecht. Hierdoor groeit het sneller en wordt het zwaarder. Door schommelingen in de suikerconcentraties in het bloed kan de rijping van de longetjes van je kind langzamer verlopen. Ook kan het zijn dat de bevalling extra zwaar is, omdat je baby groter en zwaarder kan zijn.

Groter risico op diabetes type 2

Zwangerschapssuiker blijf je gedurende de rest van je zwangerschap houden. Maar je kunt wel zo goed mogelijk voor jezelf en je baby zorgen. Een diëtist kan je helpen met een dieetadvies om de koolhydraten (suikers) die je eet goed over de dag te verdelen en zodoende pieken in je bloedsuikerspiegel te voorkomen. Zo vergroot je de kans dat je kind zich gezond ontwikkelt. Maar soms is alleen anders eten niet voldoende en moet je extra insuline gebruiken.

Het goede nieuws is dat zwangerschapsdiabetes meestal na de bevalling weer verdwijnt. Meestal is je bloedsuikerspiegel 24 uur na de bevalling weer normaal. Als je insuline-injecties hebt gebruikt, kun je daar in overleg met de arts na de bevalling mee stoppen. Als je eenmaal zwangerschapsdiabetes hebt gehad, heb je helaas wel een groter risico om binnen 5-10 jaar na de bevalling diabetes type 2 te ontwikkelen.

Het is dus belangrijk om jezelf goed in de gaten te houden als je zwangerschapsdiabetes hebt gehad en jaarlijks bij je huisarts je bloedsuikerspiegel te laten controleren.

Hoe zit het met de volgende baby?

Als je zwangerschapsdiabetes hebt gehad, kan je prima opnieuw in verwachting raken. Je hoeft het niet per se terug te krijgen, maar voor de zekerheid wordt je bloedglucosespiegel vanaf de 16e week extra gecontroleerd.  Dit is heel belangrijk, want hoe eerder je zwangerschapsdiabetes ontdekt, deste sneller je kunt ingrijpen en deste groter de kans is op een gezonde baby en een goede bevalling.

Een aanpassing in het voedingspatroon is meestal voldoende. Soms moet er tijdelijk insuline bijgespoten worden. Je diëtist analyseert je eetgedrag, helpt je bij het kiezen van de juiste voeding en een goede verdeling van het eten over de dag. Daarnaast adviseert ze je over de beweging. Het doel is dat de bloedsuikerspiegel zo stabiel mogelijk wordt.

Ellen Kant Voeding & Leefstijl werkt samen met Verloskundigenpraktijken in Den Bosch en Vlijmen voor de behandeling van zwangeren met zwangerschapsdiabetes.